We zijn landrotten

Ik stap de douche uit en sla een grote badhanddoek om me heen. Ik hoor Suus vragen vanuit de ge-aircode slaapkamer of ik een glaasje water wil meenemen. De was hangt in onze tweede slaapkamer te drogen en ik doe de schuifpui van ons balkon nog even dicht……

In september groeide de onrust in het Atlantische Basin en er was geen uitzicht dat landen om ons heen open zouden gaan. We gingen samen eens spreekwoordelijke, misschien ook wel letterlijk, om tafel zitten. Saint Vincent en de Grenadines zijn prachtig maar we waren ook wel klaar om door te varen. De eilanden zijn ook erg duur. “Wat zijn de opties?”, was de vraag ter tafel. Noordelijker varen verhoogd de kans op orkanen en eigenlijk is er ook nauwelijks wat open, zuidelijk varen kan niet heel veel verder dan Grenada, en daar moet je in quarantine. De ABC eilanden liggen westelijk en zijn officieel uit de “Hurricane Belt”. Dat betekent dat de kans op orkanen heel erg klein zijn, echter later terugkomen naar de oostelijke Carieb is weer erg lastig met een wind die altijd uit het noord-oosten komt. En met een zeilboot kom je niet tegen de wind in, en een stroming richting het westen maakt het nog lastiger. 

 

We hadden ondertussen al besloten om niet in januari 2021 naar de Stille Oceaan te gaan, maar het jaar daarna. We blijven een seizoen/jaar extra in de Caribische zee. Door Corona hebben we nog veel te weinig gezien van de prachtige eilanden in de Caribische zee, en daarnaast is de onzekerheid in de onmetelijk grote Stille oceaan van gesloten, sluitende dan wel regel-veranderende landen in deze Corona tijd te groot. Het besluit geeft veel rust, we hoeven even niks en we nemen de tijd. Dit jaar staat in het teken van genieten van de Carieb. Nu kunnen we ook nog wat extra budget opbouwen voor onze reis over de Stille Oceaan, waar internet waarschijnlijk veel lastiger te vinden is. 

^ We besluiten tijdens het orkaanseizoen toch niet door te varen naar Panama maar nog 1 jaar extra in de Carieb te blijven.

Dit verhoogde budget wordt echter door de volgende keuze gedeeltelijk ook alweer opgegeten. We besluiten namelijk tijdens een van onze “captain meetings” dat we een onderweg-refit gaan doen. De planning was om dit te doen voordat we het Panamakanaal door zouden gaan naar de Stille oceaan, waar onderhoud en reparaties duur en erg lastig kunnen zijn. Nu zijn we een jaar langer in de Carieb en zonder veel mogelijkheid tot “cruisen” (hoppen van het ene eiland naar het andere), ons idee van reizen. Een perfect moment om dan maar een “pauze” te houden, de boot op de kant te zetten en veel onderhoud en nieuwe klussen te doen. Door het heftige orkaanseizoen durven we de boot niet op de kant te zetten in de “hurricane belt”, het gebeid waar tot 1 november de orkanen ronddwalen. Een boot op het droge heeft weinig uitwijkmogelijkheid. Daarom varen we half september in 4 dagen naar Curaçao.

> Yndeleau wordt bij Curacao Marine op de kant gezet en de kluslijst is weer heropend.

Na een langzame, en hele rustige tocht komen we uitgerust aan in Curaçao. Zeilboten Zoma, Temanua en L’Alchimiste verwelkomen ons, drie bevriende boten. En binnen de kortste keren zitten we ook weer heerlijk met Olivier en Isabel van zeilboot Galena te borrelen. Zij besloten na een onwijs gezellig lockdown samen in Martinique dat ze niet naar Nederland terug zouden varen, maar zijn naar dit Nederlandse eiland gevaren om te gaan werken als consultant en advocaat. Daarnaast krijgen we steeds meer berichtjes van mensen die ons volgden of die we via via kennen. Ons sociale netwerk maar ook het netwerk waarbij je de juiste plekjes weet voor onderdelen etc begint zich al snel te vormen.  Waar het begon met “alleen wat onderhoud”, groeide de kluslijst enorm. We besluiten de badkamer er uit te slopen en opnieuw te bouwen, we halen de as en schroefasafdichting er uit en gaan deze vernieuwen omdat hij maar blijft lekken, we gaan een watermaker installeren (van zeewater kunnen we straks drinkwater maken), we krijgen een wasmachine, het onderwaterschip moet gerepareerd, we designen een nieuwe ankerroller, we pakken alle roestplekjes aan en zo gaat de lijst nog wel even door. Na twee periodes van totale chaos van de boot in Nederland besluiten we om te kijken of we nu voor een goede prijs een appartement kunnen huren. Binnen de kortste keren hebben we een fantastisch, betaalbaar appartement, een grote auto en staat de boot op de kant. Doordat Suus een aantal vette nieuwe opdrachten krijgt verdelen we de taken. Ik sta elke ochtend om 6 uur op de werf aan de boot te klussen, en Suus klapt haar laptop open en kan met goed internet veel meters maken qua werk.

Ons gestructureerde landleven is weer even terug. Nu ik dit schrijf op zondag (twee weken voordat deze blog online komt helaas) hebben we lekker weekend. Ik heb vanochtend een klein verf rondje gedaan, en daarna hielden we een heerlijk uitje met Jeroen, Tina en kleine baby Teddy. Heerlijk om ze weer te zien! Het voelt even als pauze maar ook weer als een ander leuk deel van onze reis. We zijn weer landrotten en dromen om weer op het water te leven. Het versterkt ons gevoel dat we met onze reis “op de goede weg zijn”, maar tegelijkertijd merken we ook dat we een makkelijke douche en een airco in de slaapkamer wel erg lekker vinden als het meer dan 35 graden is na een dag in de zon schuren. Moeten we dan misschien toch ook maar een airco inbouwen…?

^ De kluslijst groeit nog steeds.

Heerlijk om weer oude zeilvrienden te ontmoeten hier in Curacao.

Bijna alles breken we uit de badkamer. De douche vloer was niet waterdicht, de toilet stond wiebelig, er was nog geen raam, de kast was irritant. Van alles waardoor we nu ervoor hebben gekozen alles er uit te halen en de gehele badkamer opnieuw op te bouwen.

We proberen de weekenden vrij te houden om leuke dingen te blijven doen.

We splitsen de grote watertank in 2-en (van 1000 Liter naar 2 keer 500). Suus smeert hier de watertanks van binnen weer in met cement.

Jeroen, Tina en kleine Teddy (3mnd) zoeken ons op. Onwijs cool om ze weer te zien en kennis te maken met Teddy. We leven onze droom maar missen ook enorm veel…

We hopen dat we snel weer het water in kunnen. Landrotten is weer even leuk, maar we zijn toch echt waterratten! 

Onze tweede potentiele orkaan – Isaias

Na 20 uur varen komen we weer aan in de Grenadines. We koersen af op de Tobago Cays. Dit paradijs bestaat uit 3 eilandjes waar omheen een groot rif ligt. Dit houdt de meeste golfslag tegent terwijl je op de achtergrond de palmbomen ziet wuiven op de 3 kleine onbewoonde eilandjes heb je wel vrij uitzicht op de wijde oceaan. Zonder golfslag maar met heerlijke verkoelende wind. Het wordt bijna niet beter. Helaas zijn de allermooiste plekjes in de Carieb niet onbekend bij andere gelukkigen die hier mogen zijn op een boot. Het ligt hier normaal gesproken vol met gehuurde boten en vooral hele grote catamarans. Maar naarmate we dichterbij komen zien we maar 1 mast. Als we het eerste eilandje voorbij draaien hebben we vrij uitzicht op de ankerplaats en zien we maar 4 boten liggen! Onze bevriende deense boot, de Zoma, een superjacht, genaamd “C”, waar we de kapitein van kennen en 2 catamarans. En als we ons anker net hebben neergelegd vertrekken de twee catamarans. We liggen met 2 andere boten op de Tobago Cays, waar normaal minimaal 50 boten voor anker liggen!!!

‘S middags arriveert ook een Belgische bevriende boot. Het lijkt wel alsof alleen wij het idee hadden om zo snel mogelijk na het overtrekken van de storm richting Tobago Cays te gaan. Normaal is het bijna onmogelijk om te kiten op de Cays maar nu, met zo weinig boten duiken we zo snel mogelijk op de plank. Net voordat we weggaan hebben we op de marifoon nog een “netje” met de 2 andere boten om de naderende potentiële orkaan Isaias te bespreken. Moeten we na het kiten hier namelijk blijven liggen of zoeken we meer beschutting op?

Juist als we alles hebben afgewogen en besloten hebben om te blijven liggen, het oog van de storm zal meer dan 150 km noordelijker, over Martinique heen gaan, pakken de donkere wolken zich samen. Suus en ik binden alles goed vast, halen onze zonnetent weg, leggen wat meer ankerketting uit en dan barst het los. Bakken met water en windstoten tot 40 knopen, windkracht 8, trekken over. We spannen een tentje zodat we water kunnen opvangen en onze watertank kunnen vullen. De hele avond trekken onweersbuien met heel veel regen over ons huis heen. Na een heerlijke “free shower” in de regen op het dek genieten we buiten van het prachtige schouwspel en de emmers vol die we steeds in de tank gooien. Totdat er op 200 meter een enorme inslag is op het eiland. We zien het gebeuren en voelen onze haren omhoog staan. We duiken het schip in en schakelen alle extra uit voor de zekerheid. Bij een inslag in de boot zal dit waarschijnlijk niet zoveel uitmaken, de inslag vindt zijn weg wel en zal waarschijnlijk veel apparatuur kapot maken, maar het voelt beter.

^ Donkere wolken pakken zich samen boven Yndeleau. Snel halen we de zonnetent er af, binden we de zeilen goed vast en maken ons klaar voor de “impact”. 

Een heerlijk gebakken tonijnmoot later duiken we ons bed in. ‘s Nachts springen we er nog een aantal keer uit om de volle emmers regenwater in de tank te gooien, we vullen zo ongeveer 200 liter water. Omgerekend 40 euro als we het hier zouden tanken. De dag erna hebben we de allermooiste kite sessie en genieten we van een strandbarbecue om de verjaardag van een bevriende boot te vieren. Haar feestje is door de stormen 4 keer uitgesteld maar nu lukt het eindelijk. Het orkaanseizoen is onrustig, maar tot nu toe brengt het ook heel veel rust op fantastische plekjes.

> Suus geeft yogales aan de twee bevriende boten. Wat een plekje zo om te sporten. 

^ In een goede bui zijn de emmers zo gevuld. Het druppelt gestaagd door.a

^ We vullen de tanks met het opgevangen regenwater, het scheelt veel. Water hier is heel erg duur.

Op de vlucht voor een orkaan

“Oh nee, hij gaat nu echt recht over ons heen komen!”. Suus opent net weer de telefoon nadat we aan land met een heerlijk gegrild caribische kippetje hebben geluncht om niet meer alleen maar op onze telefoon verschillende weerberichten en Facebook groepen te bekijken over de tropische storm Gonzalo. We zijn gisteren aangekomen op Bequia, 6 uur varen vanaf Mayreau. Beide eilanden liggen in het land “Saint Vincent & de Grenadines” maar de baai in Bequia is beter beschut en is 30 mijl noordelijk. De storm, met mogelijke orkaankracht van categorie 1 of categorie 2, zou zuidelijk over het Caribisch gebied trekken, daarom zijn we naar Bequia gevaren. Maar nu lijkt het geplande pad toch minder zuidelijk te zijn dan eerder voorspeld..

Een bevriende boot heeft zichzelf in de mangrove vastgebonden in Grenada en een andere bevriende boot besluit om naar Carriacou te varen om daar in een haven te gaan liggen. Ze halen beide alles van de boot te halen zodat de boot zo min mogelijk wind vangt. Wij besluiten voor de orkaan weg te varen. “Op de vlucht”, zoals dat ook wel wordt genoemd. We willen geen risico lopen dat het over ons heen komt, ook niet als we alles van het dek hebben afgehaald, goed vastgebonden liggen en de zeilen allemaal van het schip af zijn. We besluiten om 120 mijl, ongeveer 24 uur, verder naar het noorden te varen. Terug richting ons “lockdown thuisland”, Martinique. En ruim buiten alle voorspelde “tracks” van alle modellen. Ieder schip en iedere bemanning maakt zijn eigen keuzes, dit is die van ons.

Het is 1 uur ‘s nachts als Suus weer boven komt. We komen allebei niet in slaap en de wind trekt enorm aan. De golven zijn heel onrustig en de wind draait naar het noorden. Dat is exact de verkeerde richting, omdat we daar naartoe moeten. We beuken tegen wind en golven in en krijgen onweersbui na onweersbui over ons heen. Het zijn de uitlopers en voorlopers van de tropische depressie. Een militair vliegtuig is net over de storm heen gevlogen om metingen te doen en heeft het risico op orkaankracht weer helemaal verlaagd. Het verwachte pad is zuidelijker bijgesteld. We zijn al op veilige afstand van dit pad, maar krijgen nog wel flink wat onrust over ons heen. Als we bij St. Lucia zijn, besluiten we daar een baai op te zoeken en voor anker te gaan. Met een gele vlag in de mast als teken dat we “in quarantaine” zijn, gooien we hier om 04.00u het anker neer.

Uitgeput kijken we elkaar aan. Een heftig tochtje maar we hebben onze eerste storm ontweken. Rustig druppelen de berichten binnen van de mensen die in het zuiden zijn gebleven. Flinke regen en wind, maar gelukkig geen orkaankracht. Het lijkt een generale repetitie. Want er komt een nieuw gebied met onrust aan! We nemen sashimi als nachtelijk eten van onze allereerst gevangen tonijn en duiken het bed in. Zo erg is stormen ontwijken nou ook weer niet.

Opstaan op een plek waar je tijdens het donker bent gekomen is altijd bijzonder. De contouren van een berg en van het land zien er totaal anders uit dan gedacht. De buurboot blijkt gelukkig verder weg te liggen en we bewonderen het nieuwe land vanaf een afstandje. We zijn namelijk in quarantine. We besluiten een dagje te blijven liggen. We kitten het bedieningspaneel van de motor en doen wat andere klusjes terwijl we goed letten op de voorspellingen. Ondertussen wordt Invest 92 tropische storm Isaias. 

> We hebben onze allereerste tonijn gevangen! Om 04.30 genieten we van Sashimi met wasabi mayo en sojasaus. Wat een leven.

Een tropische depressie wordt altijd eerst een “invest” genoemd. Later als hij hogere windsnelheden bereikt wordt het een tropische storm. En als deze eenmaal een duidelijk en goed georganiseerd centrum krijgt, kan het zich ontwikkelen tot een orkaan. De nieuwe storm heeft een veel noordelijkere track. Echter blijkt uit de discussies op alle Facebook groepen dat de voorspellingsmodellen minder goed zijn dit jaar. Dit lijkt te komen door de lagere frequentie van datapunten. De meeste modellen gebruiken data van vliegtuigen. En nu deze vliegtuigen veel minder tot nauwelijks vliegen in verband met COVID-19, is het duidelijker dat ze minder betrouwbaar zijn. Wij besluiten om sowieso weer terug te varen naar de Grenadines. De eilandengroep waar we waren en waar we negatief getest zijn op COVID-19. Dit is ook weer een stuk zuidelijker en verder weg van de voorspelde track van Isaias. 

< Dit zijn de plaatjes waar we continue naar blijven kijken. De bovenste is de vroegste aankomsttijd en de onderste is de “Cone”. Dat wil zeggen wat het voorspelde pad kan zijn. Onder deze visualisering zitten een heleboel modellen die we ook allemaal onderling analyseren. Daarnaast zijn facebook groepen erg handig waarbij professionals hun uitleg en interpretatie geven van alle nieuwe data die steeds maar weer geupdate worden.

^ Satallietbeeld van Gonzalo. Je ziet al een linksom draaiende beweging en de buien beginnen zicht te “organiseren”.  Gelukkig komt hij later droge lucht tegen (het Sahara Zand die ik wel eens eerder besproken heb) en zal hij verdwijnen. 

Een tropische depressie wordt altijd eerst een “invest” genoemd. Later als hij hogere windsnelheden bereikt wordt het een tropische storm. En als deze eenmaal een duidelijk en goed georganiseerd centrum krijgt, kan het zich ontwikkelen tot een orkaan. Droge lucht is de grootste vijand van orkanen in ontwikkeling, en daarmee onze grootste vriend. Droge lucht kan de “organisatie” van de orkaan in wording verpesten en daarmee zorgen dat hij niet tot ontwikkeling komt. 

De nieuwe storm heeft een veel noordelijkere track. Echter blijkt uit de discussies op alle Facebook groepen dat de voorspellingsmodellen minder goed zijn dit jaar. Dit lijkt te komen door de lagere frequentie van datapunten. De meeste modellen gebruiken data van vliegtuigen. En nu deze vliegtuigen veel minder tot nauwelijks vliegen in verband met COVID-19, is het duidelijker dat ze minder betrouwbaar zijn. Wij besluiten om sowieso weer terug te varen naar de Grenadines. De eilandengroep waar we waren en waar we negatief getest zijn op COVID-19. Dit is ook weer een stuk zuidelijker en verder weg van de voorspelde track van Isaias. 

Ondertussen hebben we nu ook Isaias over ons heen gehad en liggen we bijna alleen in het paradijselijke Tobago Cays. Lees daar morgen meer over! 

Eerste zeiltocht na 110 dagen in lockdown!

BOINK. BOINK. Suus en ik kijken elkaar geschrokken aan. De golven bewegen ons heel rustig een flink eind omhoog en daarna weer naar beneden. Waar de dieptemeter op het hoogste punt 4.5 meter aangeeft, raken we als de we in het dal van de golf zijn, heel zachtjes de grond. Gelukkig is het een zandbodem maar we moeten hier snel weg!

Het is alweer 4 weken geleden dat ik voor de laatste keer wat schreef. De operatie is goed gegaan. De ruggenprik deed z’n werk niet helemaal goed, daarom ben ik uiteindelijk onder narcose gebracht. Na 25 minuten opende ik m’n ogen op de uitslaapkamer. Kort daarna kon ik alweer lekker naar de boot. De 3 weken die volgden stonden in het teken van revalideren, hard trainen en weer kracht in de knie krijgen. Het is bijzonder om te merken dat ook mijn andere been erg veel kracht kwijt is geraakt. De lock-down op een kleine ruimte op de boot en daarna het weinige bewegen in verband met mijn meniscus heeft toch veel impact gehad. Verder hebben we in die 3 weken gewerkt en wat kleine klussen gedaan om de boot in goede conditie te houden. Nu is er echt weer wat te vertellen, want we hebben onze reis weer opgepakt nu de lockdown regels wat versoepelen. 

Nadat we de boot hebben afgeladen met voorraad, we de was hebben gedaan en water hebben geladen, verlaten we samen met zeilboot Zoma, een bevriende Deense boot, het gebied waar we meer dan 110 dagen hebben gelegen. We varen eindelijk richting de horizon die ons zo lang heeft geroepen. Met bijna 20 knopen wind varen we scherp aan de wind om de zuidelijke hoek van het eiland heen. De golven zijn weer terug, het water bruist, en af en toe steekt er een dolfijn zijn hoofd boven het water. We zijn op weg naar het oosten van Martinique. Een kust waar de wind altijd waait, waar de oceaangolven stuk slaan op het rif. De condities zijn vrij ruig, en weinig mensen varen hier naartoe. Met goede uitleg en voorbereiding is het heel prima te doen. 

> Samen met Deense vrienden, de Zoma, varen we de horizon tegemoet, 

^ Wat een heerlijk tochtje.

“Wow, did you pick up a line as well?” Via de marifoon roept de Zoma ons op. Ze zien ons het roer omgooien en 90 graden afvallen. Een lange rij boeien met een lijn er tussen ligt op ons pad. De hele tocht moeten we heel goed opletten of we kleine witte visboeitjes zien. Sommige vissers plaatsen een rij van 8 boeitjes over een afstand van 50 a 100 meter met daartussen een lijn. Waarom ze dat doen, mag Joost weten, maar als je erdoorheen vaart blijft die lijn achter je kiel, roer of nog vervelender, je schroef zitten. “Hmm, it seems we cannot get it out”. Wij sturen gelukkig net op tijd om deze boeitjes heen, maar de Zoma heeft een kilometer achter ons wel een lijn opgepikt. Hij zit zo vast om de schroef dat ze het water in moeten om de lijn er uit te krijgen. We varen gezamenlijk verder weg van de kust en Jonas duikt het water in om de lijn er uit te halen. Als het gelukt is besluiten we terug te varen en daar bij te komen van deze ervaring. 

Een dag later vertrekken we naar Vauclin, volgens de verhalen een goed beschutte baai aan de oostkant. In de Carieb komt de wind altijd het oosten. Daardoor heb je op alle eilanden een wind kant en een beschutte kant. De meeste ankerplekken zijn aan de beschutte kant, de west kant. De wind staat namelijk vol op de oostkust en je kunt je voorstellen dat dat erg ruw kan zijn, niet fijn om daar voor anker te liggen. Martinique heeft echter riffen die net een meter onder de oppervlakte liggen, en een natuurlijke barierre zijn die de grote golven verzwakken. Als je goed de weg weet, kun je achter deze riffen vaak heerlijk rustig liggen terwijl je de golven dichtbij met veel lawaai hoort en ziet breken. We willen zo dicht mogelijk tegen het rif aan liggen om zo min mogelijk deining te hebben. Maar als we te dichtbij komen gaat het mis. BOINK! De hele boot trilt. Ondanks dat onze kaarten 4 meter diepte aangeven en we heel zachtjes de zandbodem raken, geeft de 20.000 kilo van Yndeleau toch een behoorlijke dreun. De motor in zijn achteruit en snel weg hier! Na 2 kleine bonken zijn we er weer weg en varen we nu achter de Zoma aan naar een ander deel. Zij steken 40 centimeter minder diep dan wij, dus we houden exact hun afgelegde weg aan en hebben continue contact met hen om te horen wat hun dieptemeter voor diepte aangeeft. Kort daarna liggen we veilig voor anker, maar wel met 2 meter hoge golven… dat hadden we niet helemaal verwacht! 

^ We liggen nu heerlijk rustig op een prachtig plekje. Enige nadeel is de geur… Sargossa wier is een groot probleem in de gehele oostelijke Carieb.

Een onrustig nachtje laat ons vroeg opstaan om naar Francois te varen. Hier ligt achter 3 riffen en een paar kleine eilandjes, een soort binnenmeer. Zonder problemen varen we hier na een heerlijke tocht binnen en ankeren op een idyllisch plekje. Helaas zonder helder water en met een vreemde rotte eieren geur in de lucht…

Sargossa wier is een groot probleem in de hele Carieb. Het zeewier drijft normaal alleen in het midden van de oceaan, we kwamen dit al veel tegen tijdens onze oversteek, maar door de opwarming van het water en de pesticide die in veel veeteeld wordt gebruikt, groeit het uit tot een grote plaag. Het is zo erg dat de oostkust van veel eilanden volligt met zeewier en de prachtige stranden worden overspoelt met dit spul. Lelijk, maar het grootste nadeel is dat dit gaat rotten. Rotte eieren zijn er niks bij. Je kunt er zelfs ziek van worden… Gelukkig verschilt de stank per dag door het verschil in windrichting, en is onze eerste dag hier de enige waarbij het echt op de boot ook een probleem is. 

De eerste dag worden we meteen uitgenodigd door 2 vissers om bij hun thuis wat te komen drinken. We leren de echte lokale ‘Ti Punch te maken en hebben prachtige gesprekken over het leven in Martinique. De westkant van Martinique is overvol met boten en zeilers, maar hier, maar een klein stukje verderop, vinden we rust en een ongekende vriendelijkheid.

Om ons heen horen we steeds meer geluiden dat landen om Martinique heen open gaan. De hele wereld lijkt weer een stuk vriendelijker. Onze reis lijkt nu echt weer opgepakt te kunnen worden!

Maandag onder het mes!

“Knak.” Terwijl we een verjaardag vieren en ik een klein sprongetje maak, hoor ik iets knappen in mijn knie. “Dit moet iedereen wel bijna gehoord hebben” denk ik bij mezelf, maar als ik opkijk zie ik iedereen nog doorgaan met waar ze mee bezig waren. Heel rustig ga ik zitten, alsof het er allemaal bij hoort. Ik wil me niet laten kennen maar inmiddels staan de tranen me nader dan het feestvieren, een enorme domper op deze prachtige avond.

> Om afstand te houden doen we een verjaardagsborrel vanuit de bijboot. Een paar borreltjes later stonden we te dansen in de bootjes, wat mijn knie een slecht idee bleek te vinden.

Twee keer eerder ben ik aan mijn meniscus geopereerd, aan de andere knie. Ik herken meteen de pijn, maar het zal toch niet…? Tien dagen later zijn de klachten onverminderd, die door een zwelling wel weg zouden moeten zijn. Twee bevriende zeilende doktoren kijken ernaar en komen snel tot verdenking van de meniscus. We besluiten direct actie te ondernemen. Maar hoe doe je dat, tijdens corona tijd? We bellen op advies het noodnummer en met ons gebrekkige Frans worden we doorverwezen naar het dichtstbijzijnde kleine ziekenhuis. Daar worden we in de hal geholpen door een dokter die ook bij ons in de baai voor anker blijkt te liggen. Hij stuurt ons direct door naar het Universitair Medisch Centrum in Fort de France, bijna een uur met de taxi.

< Foto links; Legertent bij de ingang voor Corona controle. Rechts: Geholpen in 1 grote ruimte. 

Na enkele uren lig ik in een zaal waar ook mensen gehecht worden, iemand wordt binnen gereden die gereanimeerd wordt. De Eerste Hulp is door Covid-19  helemaal anders ingericht en het is heftig te zien hoe mensen hier met echt heftige problemen liggen. Zo’n knie valt echt wel mee. En al met al lijkt de zorg hier hartstikke goed.

Een aantal dagen met vele vruchteloze belsessies met een Franse bevriende boot en veel administratieve rompslomp verder gaat het dan eindelijk opeens heel snel. We besluiten een privé kliniek te bellen en binnen no time hebben we een afspraak voor de MRI en mag ik zelfs direct de orthopeed zien. Komende maandag word ik al geopereerd. Omdat het orkaanseizoen hier begonnen is, is het erg fijn dat ik zo snel mogelijk nu weer op de been ben.

In de tussentijd is Martinique weer wat meer open gegaan. We mogen nu van de boot af zonder een formulier en winkels gaan steeds meer open. We kunnen ook een auto huren om naar het ziekenhuis te gaan en ook een beetje het eiland te verkennen. Samen met twee Nederlandse boten maken we een prachtige tour over het eiland en voelt het weer als reizen. De verlaten dorpjes blijven ons toch herinneren aan de wereldwijde chaos. Het voelt vreemd, maar ook weer heel fijn.

Er vertrekken steeds meer boten. Een gedeelte daarvan is nu onderweg naar Europa, naar huis. Een ander deel is hard bezig om vaste plekken te vinden en te bereiken om tijdens het gehele orkaanseizoen te liggen. Vele landen blijven nog dicht of hebben een quarantaine periode in een hotel, weg van je boot, op eigen kosten. Wij wachten het nog af. Eerst de knie, dan de volgende stap.

> Jur komt nog in de hangmat. We hebben het helemaal niet slecht.