Feb 27, 2020 |
Allereerst, excuus voor onze afwezigheid. Toen we onderweg waren, hadden we geen idee of onze berichten wel gelezen werden. Nu, in de zon, een reactie lezend, met “Gaat het allemaal goed? Ik ben wel een beetje verslaafd geworden aan jullie berichtjes” is wel heel erg leuk en maakt dat ik me besef dat we ons oversteek verhaal nog moeten afronden en met jullie delen. Het slechte internet, de gezelligheid van mijn bezoekende ouders maar ook het wennen aan het niet varen heeft ons even doen achterlopen op onze updates. Ook is er toch helaas weer wat met de motor gebeurd waardoor bij binnenkomst op Barbados de motor kokend warm werd. Hierdoor zijn we met een dubbel gevoel, en 2 dagen klussen, onze aankomst op de Carieb begonnen. Maar laten we eerst terug gaan naar waar we gebleven waren. Juanito (de schijtvogel) was overwonnen, mijn “oermannelijke” behoefte om met een vis aan te komen op de ankerbaai mislukte en we stuiven af op Barbados…
“Schat, hoeveel mijl is het nog?”, vraagt Suus me. Ik kijk binnen op de navigatiesoftware; “nog 10 mijl tot Barbados, we moeten toch wel iets gaan zien nu.”, antwoord ik. Dikke wolken volgen ons al een aantal uren als ik besluit toch nog even te gaan slapen voordat we aankomen. Ik heb net de hengel binnen gehaald omdat er teveel wier ligt en ben helemaal doorweekt van de laatste regenbui. Als ik wakker word na een uurtje heeft Suus in de verte een hele lichte contour gezien van land. Een laag eiland doemt steeds meer op in het slechte zicht. Een kleine houten vissersboot is steeds even 2 seconden zichtbaar als we op een top van een golf zeilen en hij net ook wat hoger ligt. Als we hem daarna weer een hele tijd niet meer zien moet je goed in de gaten houden waar hij was om zeker te zijn dat we niet recht op hem af varen. De haven waar we ons moeten melden om in te klaren ligt aan de andere kant van het eiland. Als we het hoekje om gaan, verdwijnen de golven uit het niets. Na 23 dagen komt Yndeleau tot stilstand. We bewegen opeens niet meer van links naar rechts. We liggen stil. Een enorm vreemde gewaarwording. “Ik ga douchen!”, roept Suus uit. De laatste dagen waren wild en lukte het moeilijk om putsemmers over onszelf heen te gooien als douche. Na 23 dagen niemand gezien te hebben, is het dan toch nog even timen om netjes te douchen zonder dat een van de vele vissersboten wel erg raar opkijkt van het nudisme dat al die tijd heel normaal was aan boord. De eerste palmbomen waaien ons tegemoet. Barbados is een laag eiland zonder hele overweldigende kusten, maar wel met een duidelijke caribische sfeer die ons toelacht. Suus en ik kijken elkaar aan, we hebben het geflikt!
We strijken de zeilen en graven alle benodigdheden op uit de boot en maken alles gereed. Na zo’n lange tijd op zee liggen alle lijnen en stootwillen ver opgeborgen. Lekker tuffend op de motor varen we het laatste stukje naar de haven. Overal prachtig, kristalhelder blauw water. Grote, toeristische vissersboten komen ons tegemoet en een luxe haven (Port St. Charles) doemt voor ons op. Met een schuin oog kijk ik naar de temperatuurmeter van de motor terwijl Suus voorop aanwijzingen geeft waar ik heen moet. Als ik de temperatuurmeter omhoog zie lopen schrik ik. “Suus kom snel! Kun je even sturen, de motor temperatuur stijgt, dat lijkt niet goed!”. Ik duik naar binnen en zie inderdaad met een extra meting dat het weer niet goed gaat met het koelsysteem. Als ik naar buiten spring maak ik snel een beslissing, we zien de stijger al waar we moeten liggen, we varen door! Hier nu voor anker gaan op koraal en stenen werkt niet en hier wegkomen kan alleen op de motor en kost meer tijd dan doorvaren. We moeten wel. De motor stijgt in temperatuur maar we leggen heel soepel aan en Suus springt zonder dat we het doorhebben gewoon voor het eerst in 23 dagen weer aan wal! Als ik snel een springetje (een aanvullende lijn om extra stevig te liggen) leg, heb ik mijn eerste stap op de wal ook gezet zonder dat ik het doorheb. Enorme rollers komen de haven binnen waar alleen grote superjachten liggen. De lijnen maken grote klappen en de stootwillen blijven nog net op hun plek. Maar dan kijken we elkaar aan. We liggen. We zijn er. We hebben een oceaan overgestoken. Maar die &%@ motor… Wat een kater, maar we verplichten onszelf om stil te staan en te genieten, met een biertje high-fiven we elkaar dat we het gewoon geflikt hebben. Als we bij de douane, ministerie van gezondheid en de immigrations ingecheckt zijn, negeren we de overdreven kosten om een nacht in deze haven te blijven liggen en besluiten we om de boot even te laten voor wat het is en een hapje te eten het dorp om de hoek. Tijdens een lekker (plat) bord eten, zonder dat we bewegen, met een heerlijke biertje, realiseren we nog meer wat we gedaan hebben. Wat was het vet!
2 daagjes zijn we bezig om de motor weer goed aan de praat te krijgen. Tegelijkertijd nemen we ook even de tijd om onze watertanks goed schoon te maken en te verbeteren. We merkten dat na 23 dagen in 20C+ temperatuur het water snel bederft. Het smaakte echt niet goed meer en we waren blij dat we water in grote flessen mee hadden voor de laatste dagen. De leidingen maken we extra goed schoon, de tank spoelen we door, we voegen (iets te veel) chloor toe aan het nieuwe water en we installeren onze goede filterinstallatie. Als dit allemaal af is, varen we snel door naar een top ankerplek (Carlisle Bay) om daar mijn ouders te ontvangen die helemaal van Nederland naar Barbados zijn gevlogen.
We zijn in de Carieb! Dank jullie wel voor het volgen tijdens deze Message in a Bottle’s en het was zo leuk om al jullie reacties te lezen toen we aangekomen waren, we zijn nog steeds niet helemaal klaar met teruglezen en reageren. We zullen berichten blijven delen! Voor nu: viva la Carieb!
Feb 10, 2020 |
Alles heeft een zoutkorst, op meerdere plekken liggen vergeten schrubben van overijverige vliegende vissen en wijzelf hebben inmiddels ook een korstje. De laatste mijlen zijn aangebroken. Nog 1 middagdutje, nog 1 alcoholvrije borrel, nog 1 warme melk voor het slapen gaan, nog 1 nachtwacht ronde. We moeten nog ongeveer 140 mijl, dat betekent met ons huidige tempo iets langer dan 25 uur varen.
We zien nog geen land maar er is steeds meer leven. Gisteravond kwam er een soort van aalscholver op het zonnepaneel zitten. Het gaf een bijzonder gevoel om voor het eerst weer oog in oog met ander leven dan Suus te staan. Maar toen we beter keken zagen we dat hij inmiddels al kwart van het totale oppervlak van de grote panelen achter had wit geschilderd met een naar vis geurend goedje.
Mijn enthousiasme verdween direct. Uit mijn keel kwamen opeens allemaal rare geluiden om hem duidelijk te maken dat zijn aanwezigheid niet meer wenselijk was. Suus stond proestend van het lachen het schouwspel gade te slaan terwijl ik inmiddels de pikhaak had gepakt om met zachte hand de vogel van het paneel te duwen. Wat volgde was een half uur kat en muisspel waarbij Juanito nog 3 keer op de panelen is komen zitten en…
Trrrrr. Terwijl ik dit schrijf gaat de hengel weer ratelen. We hebben weer beet. Ik ren naar de hengel en zie in de verte een beest uit het water springen. “Lieverd ze worden wel steeds groter”. In alle rust installeer ik me achter de hengel terwijl Suus bijna onbewogen nog even wat bestanden van de drone aan het halen is. Helaas is na 20 minuten met een knap het gevecht voorbij. Mijn succesvolle zelfgemaakte lure zijn we kwijt….
Waar waren we gebleven? Ohja. Juanito bleef nog zeker een half uur om de boot heen cirkelen. Hij probeerde ook een paar keer op de hard bewegende mast te gaan zitten waarbij ik nog hardere en vreemdere geluiden ging maken. Onze windmeter op de mast is al kapot gegaan. Ik verdenk er 1 van Juanito zijn vrienden van. Als een vogel daar probeert te zitten en de mast naar de andere kant zwiept, kan dit soort apparatuur de kracht van dat beest niet hebben.
Uiteindelijk geeft hij het op. Ik denk aan de verhalen van kleine volgeltjes die landen op boten en zo uitgeput zijn dat ze overlijden. Ben ik te hard geweest? Had ik hem een schoteltje water en wat vers gebakken brood moeten aanbieden? Ben ik nou zo’n dierenbeul? Maar een klein vogeltje versus dit paneel en dek bezoedelende monster met een maag vol invretende zure visresten die je na een paar uurtjes in de zon nauwelijks van je dek krijgt… En ik zag een zelfde vogel uren daarvoor ook gewoon in het water zitten… Naja, na een goede vogelpoep-schrob-sessie was het alweer tijd voor de warme melk en nachtwachten.
Terug naar nu. De hengel staat uit en ratelt om de 5 minuten even kort omdat er een stuk zeewier aan zit. Elke keer zie ik mezelf trots morgen op de ankerbaai MahiMahi moten uitdelen. Wat is een betere manier om vrienden te maken dan met een vers gevangen moot vis? Helaas moeten we dat nu doen met een zeewiersalade waarmee we in onze dinghy bij mensen langs gaan…
Sent from Iridium Mail & Web.
Feb 9, 2020 |
“Ik realiseer me deze dagen pas echt hoe vet het is wat we al gedaan hebben”, zeg ik tegen Suus terwijl ik naar buiten de kuip in stap. “Echt he!? We zijn gewoon met de boot naar de stad gevaren waar ik gestudeerd heb, Lissabon”, reageert ze. “Jaaa! En hoe vet was Marokko! Het is ongelooflijk hoe ver we al zijn, maar ik heb het gevoel dat we nu pas de tijd hebben om daar bij stil te staan ofzo.” Suus knikt instemmend terwijl we verder kletsen en ze naar binnen stapt om zich alvast klaar te maken voor haar tweede slaap. Mijn wacht is net begonnen, de volle maan schijnt op de enorme golven die onder ons door rollen.
21 augustus zwaaiden we met tranen in onze ogen vrienden en familie uit in Amsterdam. We hadden de boot vol gestopt met alle spullen die we dachten nog nodig te hebben en gooiden de trossen los. Een totale chaos van hout, nog niet uitgezochte dingen, te veel kleding en onderdelen voor klussen die nog gedaan moesten worden. De boot was in basis veilig en klaar maar er moest nog veel aangesloten en afgerond worden. De kluslijstjes waren nog ellenlang en we hadden nog wel een jaar (of twee) bezig kunnen zijn.
We wilden zo snel mogelijk de golf van Biskaje oversteken omdat het daar in het najaar redelijk kan spoken. Nadat we in Scheveningen vertrokken voor een dagje kilometers maken naar het zuiden, kwamen we onverwacht 7 dagen later, non-stop varen, in Falmouth aan. Daar wachtte ons keihard klussen om een aantal dingen af te ronden voor de eerste meerdaagse oceaan tocht. We waren nog duidelijk in de overdrive.
Waar we prachtige verhalen lazen over het mooie Engeland dachten wij alleen maar aan de kluslijst. We hielden onszelf voor; “Engeland kunnen we altijd nog makkelijk naar terug!”. De pub en de pie hebben we gelukkig nog net wel afgevinkt maar tot zuid Portugal hebben we eigenlijk geen moment rust genomen. We konden de to-do lijst niet loslaten en na 1.5 jaar refitten kwamen er na de eerste oceaan tochten alleen maar nieuwe klussen bij; dit lijntje daar is net niet handig, we moeten een extra katrol hebben hier, hier slijt het wel erg hard, dat moet anders, de gescheiden accubanken werken niet fijn, de koelkast trekt nog teveel energie. De kluslijst bleef groeien. In Faro, Zuid Portugal, trokken we aan de rem, het was duidelijk dat we even “vakantie” moesten nemen. We waren bekaf. Was dit waar we het voor deden?
Ja, je hoorde mensen het zeggen. “Vertrekken is klussen op mooie bestemmingen”, maar dit was toch wel een beetje overdreven? Of zeurden we gewoon, moesten we vroeger opstaan om ook nog die musea en kerken te bezoeken? Gelukkig was het duidelijk als we naar andere boten keken; we waren nog wel overdreven druk.
Laten we wel zeggen; we genieten enorm van klussen. Maar dit putte ons uit. We spraken in Faro uit dat het anders moest. We werden chiller met de planning. Maar de kluslijst bleef nog lang. We hielden 2 weken vakantie. Heel veel kiten en alleen kleine leuke klusjes en onderdelen shoppen.
Toen we na Marroko op de Canarische eilanden aankwamen waren we weer opgeladen om 4 weken full time te klussen. Elke dag streepten we klussen af en na een heerlijk oud en nieuw feestje ging de vaart er echt in. Met elke klus kwam vertrek maar ook een heerlijk gevoel dichter bij. Ik werd weer enorm verliefd op de boot. Alles viel op z’n plek. Klussen die daarvoor lage prio hadden konden eindelijk weggestreept worden. De omvormer voor 220 volt, de waterniveau meter, de accubanken koppelen, de wind generator aansluiten, de laatste zonnepanelen aansluiten, het indicatorscherm van de buitenverlichting, het temperatuur alarm van de motor, de deksel isolatie van de koelkast, extra bilgepompen en alarmen, roestplekjes schilderen. We bleven maar strepen terwijl we ook nog uren maakten voor opdrachten om het reisbudget aan te vullen, we alle administratie voorbereidden om Europa voor een lange tijd te verlaten en alle laatste (mentale) voorbereidingen deden voor onze allereerste oceaan
oversteek. Hier hadden we 2 jaar alle energie die we hadden, alle vrije uurtjes en nachten slaap voor geïnvesteerd. Alles viel op z’n plek.
Was het alles waard? Ja! 100% ja. Ja, we hebben nauwelijks wat gezien van alle prachtige plekken tot nu toe. En ja, we hebben te vaak nog oogkleppen op gehad en in de buffelmodus gestaan met als doel Yndeleau klaar te maken zoals we voor ogen hebben. En ja misschien hadden we de voorbereiding een jaar (of twee) langer kunnen doen of met een iets minder resultaat tevreden kunnen zijn. Maar dit is onze style denk ik… We houden van die druk. We houden van bijna onmogelijke doelen.
Het is wel duidelijk dat we moeten leren hier béter en realistischer mee om te gaan. We leren onszelf beter kennen en alhoewel we nog steeds in veel valkuilen trappen, gooien we deze kuilen voor mijn gevoel nu achter ons dicht, of leren er makkelijker uit te komen. Ik merk dat daarnaast vriendschappen verdiepen. Ik huil voor het eerst bij films. Onze relatie versterkt. En ik leer allemaal nieuwe vaardigheden.
En nu Zuid Amerika bijna in zicht is, voelt het ook alsof Yndeleau en wij er, letterlijk en figuurlijk, bijna zijn. Het voelt als een nieuw hoofdstuk met een betere balans. Kitesurfen, digitaal en nomadisch geld verdienen, genieten van het leven en elkaar; vrienden ontvangen, duiken, wandelen en zeker nog veel klussen om Yndeleau te onderhouden en steeds mooier te maken. Met een veel kleine kluslijst, geen harde deadlines en een wit strand moet dat gaan lukken!
Sent from Iridium Mail & Web.
Feb 9, 2020 |
Good morning!
We have passed our last timezone yesterday and are now 5 hours behind Amsterdam. Local time is 01.51. Only 300 nautical miles to go. Yesterday was a great day again. Only one squal (an episode of heavy rain and a lot of wind, out of the blue) hit us during the day, and this one had way less wind than the numerous others we had. The waves decreased and became more stable. While before we have coursed more south to miss several thunderstorms ( the new predictions seems to proof that was a great idea), we have just turned the bow directly towards Barbados. Expecting to arrive on Tuesday.
Today another five questions in the second part of the FAQs:
6. What if you’re confronted with a storm?
J: First of all, we try to always dodge storms. In two ways; only do passages in the right season and to carefully study long and short term weather predictions. When the expected weather is not perfect, we do not move.
S: But even with these precautions it can happen that a lot of wind, really high waves or thunderstorms hit us. Every storm will be different but we have thought about many situations. We have options to make the sails really small or even lower most of them. We have a storm door to close off the whole boat. We have a droque, which is a sea anchor that can be used to slow down the boat and keep it on course when really larges waves hit us.
J: I think the most important thing is that you fully trust your boat and each other. We know Yndeleau is capable, and we will be prepared as good as possible every time it could happen.
S: And we do not see storms as the biggest danger. (What so we think is the biggest danger? See FAQ 8)
7. What if one of you becomes sick?
J: It starts with keeping as healthy as possible and be a bit more precautioness in everything you do on deck. In the middle of our crossing, we were 2500 km away from doctors, hospitals and pharmacies… Therefor, we look like a small hospital with a pharmacy ourselves. We have taken a lot of treatments, antibiotics, painkillers and even a emergency dental filling set.
S: Furthermore we have learned to inject, stitch and do all kind of first aids. Next to that, we can call the doctors in NL 24/7 with our satellite phone. They can advise us what to do. What kind of antibiotics to take, etcetera. We don’t even have to wait in the waiting room ;-).
8. What’s the biggest danger?
S: In our opinion there are two. Fire and a collision. A collision with a ship is almost impossible because of our AIS Alarm system. All boats (99.9%) have an identification system which we can track. The alarm lets us known when another boat is closeby. Hitting a submerged container or a whale are bigger chances. But that is still a really, really, really small chance.
J: Fire can also happen. But we have taken all precautions and have many fire extinguish options.
S. Rationally stepping in a car on the A1 is more dangerous really.
9. What do you like the most about crossing?
S: Just doing it. Being outdoors all day and night, seeing a lot of nature, feeling very alive with many highs and lows, facing fears, being so far away from ‘normal life and that makes you reconsider your life ashore.
J: While the basic of our day are the same; wind, water and views. The days are totally different. The sunsets, the sunrises, the type of waves and clouds, the playful dolphins, the silly suicidal flying fish and the endless thoughts during the night watches. Where do you find this kind of freedom and beauty? The scary thought of being so far away from others and help is at the same time a wonderfully experience in trust and acceptance of each other, the boat and yourself. Do I dare to say life-changing?
10. What do you dislike most?
S: Sometimes you feel so tired physically. Some nights the sleep is really bad. Broken shifts create a dragging physical tiredness, I can really imagine how hard the first months/years are for new parents 😉 let alone parents on a boat: you have my deepest respect! Some days you get smashed all over the boat with waves hitting. I have never had so many bruises. Yesterday I was brushing my teeth, and a big wave swept all dishes of the countertop. The fish bucket fell against my leg and the jucky juices drips down on me. Arrrrr…
J: The constant movement and shakedowns indeed. Sometimes I am really annoyed and just want to scream. I just baked bread and you couldnt stand without being thrown to the kitchen counter many times. Or when you open a closet and a big waves smashes onto the boat and everything falls out. Luckily, we didn’t have long periods of no wind yet this passage, that is very annoying as well.
That were the 10 questions. We will post more FAQs in the future. So let us know if you have any burning questjons? For now; 2 more nights to go. A thunder in the distance lights up the sky. These nights are so beautiful!
Sent from Iridium Mail & Web.
Feb 8, 2020 |
In het maanlicht zie ik een donkere lucht hard achter ons aankomen. Op de radar is een lichte vlek te zien. Omdat dit betekent dat het gaat regenen, zet ik het deurtje er in en trek het luik helemaal dicht. Als ik achterom kijk zie ik een muur van water op ons afkomen. Ver boven de zonnepanelen die op zeker 3 meter hoogte staan rommelt de top van de golf. Daar gaan we. Ik houd me stevig vast aan de doghouse. “Deze gaat in de kuip landen” , zeg ik bijna hardop terwijl ik met mijn kin al wat dieper in mijn regenpak duik. Yndeleau begint heel zachtjes naar voren te hellen terwijl haar kont heel rustig wordt opgetild. Als in slowmotion rijzen we tot aan de top en surfen we volledig onder controle van de golf af.
Even later barst de regen los. De hoge golf was de voorbode van zijn venijnige kleine broertjes. We worden heen en weer gekwakt. De wind rukt aan de zeilen en giert langs de verstaging. Het is al de vierde bui van mijn wacht. Het zijn zware laatste loodjes. Terwijl de distance to go vermindert, vergroot onze moeheid. De buien rammen in op onze gesteldheid. Met 35-40 knopen wind en onwijs onrustige golven van soms wel hoger dan 5 meter vreet dit energie. Als de tussenposen tussen de buien maar lang genoeg zijn kan ik er van genieten, hoe Yndeleau de wind en de golven pakt. Als ze te snel op elkaar komen wil ik schreeuwen naar Jan dat de golven wel eventjes mogen kappen, heel even rust!
“Jan? Wie is Jan?”, hoor ik je denken. Jan is een Jan van Gent, gekscherend onze beschermvogel. Op de Golf van Biskaje begon ik hem schreeuwend te vragen om succes bij het vissen. Of als dank voor de fantastische wind. Ook schreeuwde ik hem eens een kleine verwensing toe als ik mijn teen stootte of de wind weg viel. “Jaaaaaaaan, hoezooooo dit nu weer?”. We zien geen enkele Jan van Gent meer hier, misschien moet ik dit gekke gedrag toch wat serieuzer gaan nemen en de juiste beschermvogel toeroepen. Er vliegen hier een soort kleinere versies met een lange staart. Misschien meer Juanito’s…
Als ik uitgepeinst ben gaat de wind al iets liggen, de golven worden gelijk iets minder onrustig en er piepen voorzichtig een paar sterren door de wolken heen. De maan breekt door de wolk en verlicht de weg voor ons. We doen het gewoon! We steken onze eerste oceaan over. Met Yndeleau die we volledig zelf hebben voorbereid. En die er zichtbaar em voelbaar van geniet. Ik ruik het witte strand al bijna. The reward only gets bigger!
Sent from Iridium Mail & Web.
Recent Comments