In Sha Allah

 “Bidden is allereerst goed voor je gezondheid en hart. Wanneer we met ons voorhoofd op de grond liggen word ik al rustig. Je maakt letterlijk verbinding met de aarde waardoor ik alle spanning loslaat. Ik voel me volledig ontspannen en helemaal rustig erna.”. Het doet me denken aan meditatie. We zijn uitgenodigd door Abdullah om bij hem thuis te komen eten en om ook Kénitra, een stad 50 kilometer ten noorden van Rabat, te bezoeken. In de auto hebben we al snel bijzondere gesprekken over moslim zijn, de islam en het land Marokko. Abdullah’s broer woont in Breda en 2 andere broers wonen in Duitsland. Hij is de enige van zijn broers die in zijn geboortestad en in Marokko is gebleven. En het is heel duidelijk dat hij van het land houdt, maar hij ziet ook dat het niet altijd goed gaat.

We kletsen over politiek en de geschiedenis van de koning. Thuis aangekomen worden we verwelkomd door Abdullah’s vrouw en twee dochters in een prachtig kleurrijk huis. Een hele andere gewaarwording dan het huis van de vrouw die we op de Medina in Sale ontmoetten. Overal is zorg aan besteed en we zien nergens kleding slingeren. Een hoek van het huis is een en al bank, met bijzettafeltjes met prachtig houtsnijwerk en prachtige kleurige kussens. Daar zitten we heerlijk riant en voelen ons echt welkom. Fatima en haar jongste dochter Guda duiken de keuken in vanwaar heerlijke geuren naar buiten komen. Als Abdullah kort verdwijnt om een gebed te doen in de slaapkamer, praten wij met Manar, de oudste dochter. Zij werkt bij een verzekeringsmaatschappij en belt vanuit Marokko met Franse klanten. Ze komt net terug van de hammam. Suus vraagt direct naar tips en binnen 1 zin wordt ze al uitgenodigd om met haar mee te gaan, wat een gastvrijheid, zo bijzonder!  

Abdullah nodigde ons uit voor het eten bij zijn familie toen wij koffie met hem dronken bij ons aan boord. Hij was in de haven om met zijn team een reparatie uit te voeren aan onze buurboot, een speedboat die nauwelijks vaart maar waarvan de eigenaar wel kan zeggen dat hij “een boot in dezelfde haven als de koning” heeft. We hadden geen idee wat ons te wachten stond toen hij ons ophaalde om 1 uur ‘s mddags op zaterdag. We zouden gaan eten, en mochten ook blijven slapen. Toen we de auto instapten, en op een gegeven moment op andere plekken stopten, voelde het niet gepast om te vragen wat we gingen doen, we lieten het gebeuren. Hij reed samen met ons langs een prachtig strand, de plek waar zijn ouders hadden gewoond en wat een geweldige golfsurfspot bleek waar hij het over had gehad tijdens onze koffie. In de rivier braken de golven langs de kant zo clean en mooi dat we bijna direct surflessen boekte om hier ook van te kunnen genieten. Toen we dichter bij Kénitra kwamen, werd het steeds groener. Een groot meer geeft het landschap hier water waardoor het de plek is in de wijde omgeving waar iedereen zijn planten koopt. Langs de weg zijn grote velden, wat de tuincentra blijken te zijn. Prachtige planten, struiken en bloemen staan in grote stallen uitgestald.

Gezamenlijk zitten we aan de lage tafel in het ander deel van de kamer. De TV staat aan met een Arabische show en Fatima komt binnen met een heerlijk geurende grote schaal. Een berg met couscous, gestoomde groentes en bovenop grote stukken vettig geitenvlees. Het ziet er prachtig en heerlijk uit. De karnemelk die wij ingeschonken krijgen smaakt heerlijk. Fatima doet Suus voor hoe we het moeten eten. Het kleine bordje voor ons is er om een stukje vlees op te leggen, verder duiken we allemaal met een lepel in de grote schaal. Het voelt familiar en vertrouwd om zo “shared dining” te hebben. Later vertelt Manar dat ze normaal gesproken het met hun handen eten. Ik probeer nog aan te geven dat ik dat graag wil leren en dat we dat best kunnen doen. Abdullah lacht vriendelijk; “de volgende keer” geeft hij aan. Regelmatig liggen we met z’n 6en dubbel van het lachen en we vragen veel over het geloof en de gebruiken. Abdullah vertelt bijvoorbeeld over ajr, door hem vertaalt als punten als ik hem vraag of er op bijzondere gelegenheden naar de moskee wordt gegaan en tijdens andere specifiek thuis wordt gebeden. Het is niet zo dat je specifiek naar de moskee gaat op bepaalde momenten, maar dat bidden in de moskee wel voor meer punten zorgt. Naar de moskee gaan kan 27 punten opleveren terwijl bidden thuis goed is voor 1 of 2 punten. Na de maaltijd komen de koekjes en de zoete muntthee op tafel. Als we geïnteresseerd vragen hoe ze die maken, staan we even later met z’n allen in de keuken voor een lesje Marokkaanse thee maken, door Guda. 

We nemen afscheid van Manar als we met z’n allen weer in de auto stappen. Als we de deur uitstappen geeft Suus nogmaals een compliment over het prachtige schilderij dat naast de deur hangt, die Abdullah zelf heeft geschilderd. Direct pakt hij het op en loopt er mee naar binnen, Suus kijkt me verschrikt aan. “Het zal toch niet?”. Twee minuten later komt hij naar buiten met een opgepoetst schilderij. Hij staat er op dat we het als kado meenemen. Een intense dankbaarheid mixt zich met schuld bij Suus. Had ze het niet moeten zeggen? Werd het compliment opgevangen als verplichting om het kado te geven aan ons? We kunnen dit toch niet aannemen? We kijken elkaar met mixed feelings aan en proberen enorme dankbaarheid te tonen maar ook duidelijk te laten blijken dat het echt niet hoeft. “It is too big” zegt Suus doelend op dat het een te groot kado is. Abdullah kijkt teleurgesteld en vraagt “does it not fit?”. Hij staat er op dat we het in ontvangst nemen en loopt al met schilderij onder de arm naar beneden.

“Wauw, that is so beautiful, that stork in their nest”. Suus wijst naar een ooievaar op een lantarenpaal. “Yeah, Kénitra is the city where birds stay” antwoordt Abdullah. Als we de hoek omdraaien snappen we wat hij bedoelt. Op elke paal, op elke gevel, in bomen en op de minaretten zien we allemaal ooievaars nesten. De bellarajj, marokkaans voor ooievaar, duiken en zweven boven de straat. Waarom migreren vogels ook eigenlijk? Als je een goede plek hebt gevonden is het toch ook niet nodig om de sahara over te steken om in de koude omgeving van Nederland op zoek te gaan naar kikkers? De bellarajj hebben het goed gezien, de inwoners van deze stad houden van deze vogels en de vogels hebben het goed door, ze migreren niet meer, ze blijven hier gewoon het hele jaar door. Kénitra, de stad waar vogels blijven. Ondertussen hebben we de auto geparkeerd en lopen we in het donker door de oude medina. Het is zaterdag avond en het blijkt het moment om inkopen te doen. Als Suus struikelt over een stoeprand pakt Fatima haar bij de arm. Arm in arm lopen ze gemoedelijk verder. Als Suus Guda vraagt of ze een boyfriend heeft lacht ze hartelijk, nee hoor, daar heeft ze ook nog geen behoefte aan. “No, only when I marry”. “If I find a good man he needs to ask my dad”. Abdullah knikt. “And if it is a good man I will say yes”. Guda glimlacht en Fatima voegt toe: “But only if I tell him it is a good man”. Gezamenlijk lachen we en lopen we weer verder. Het lijkt er vanaf buiten misschien op dat haar vader bepaalt of ze mag trouwen. Maar Guda beslist zelf met een beetje advies van haar moeder. We merken een verschil tussen man en vrouw, vrouwen mogen niet samen met mannen bidden, behalve bij het Offerfeest, en na het eten ruimen de vrouwen de tafel op. Maar is dat eigenlijk echt anders dan in Nederland?

Bij terugkomst in de marina nodigen we ze uit om de boot te komen bekijken. Ze slaan twee keer een kopje thee af. Gezamenlijk maken we een polaroid en nemen we afscheid van hele bijzondere mensen. Het voelt alsof we ze al jaren kennen. Waar opmerkingen over dat we echt moeten terugkomen soms niet zo gemeend voelen, hebben we echt het gevoel dat we nooit meer naar Marokko willen komen zonder bij Abdullah en zijn familie langs te gaan. 
En hopelijk bezoeken zij ons een keer in Nederland! In Sha Allah, als God het wil.

Old Medina – de oude stad

“Wat zou er gebeuren als er hier op eens een goede windvlaag langs komt?” We lopen door de kruidenstraat in de Old Medina van Salé. De kruiden, poeders en thee ligt in enorme schalen zo hoog opgestapeld dat we ons afvragen hoe het nog zo netjes kan blijven liggen. Salé is de stad aan de andere kant van de rivier van Rabat en heeft de reputatie “to stir things up”, om dingen een beetje op te stoken. De demonstraties tegen het Franse regime in de jaren 50 startte hier, veel overheidsfunctionarissen en adviseurs van de koning komen uit Salé en de eerste piraten van Afrika hadden Salé als thuisbasis.

In deze stad ligt de Bouregreg Marina waar wij gister zijn aangekomen. In deze haven liggen ook 5 boten van de koning, maar net zoals dat de koning in elke stad een paleis heeft voor als hij op bezoek moet in andere steden heb ik het gevoel dat hij zijn boten hier zelfs nog nooit heeft gezien. Als we de Old Medina in lopen is het duidelijk een andere stad dan de grote broer aan de overkant van de rivier. Als je met het roeibootje, de lokale manier van openbaar vervoer, oversteekt over de rivier ervaar je direct een groot contrast. Rabat is de hoofdstad van de overheid en voelt veel officieler. Mensen lopen over een strakke en chique promenade en al snel zijn de eerste toeristen gespot. Duik je echter vanuit onze marina de Old Medina in van Salé, dan kom je in een hele andere wereld. Medina is vrij vertaald “stad”, de old medina is de oude stad en is vaak ommuurd met een prachtige oude muur. Binnen deze oude muur vind je een labyrint van drukke nauwe steegjes met overal stalletjes en winkeltjes. Suus en ik kijken onze ogen uit.

Als we na de kruidenstraat een volgend straatje inlopen zien we een prachtige soort glas in lood plafond, elk winkeltje heeft prachtige deuren met houtwerk en Suus waant zich in 1001 nacht met al die fantastische jurken die er hangen. Een straatje verderop duiken we weer in een totaal andere wereld. We lopen over bloed en ingewanden. Dit is de slagers straat. Een winkelende vrouw wijst een kip aan die voor onze ogen wordt geplukt en klaargemaakt om zo verpakt te worden zoals wij hem kopen in de supermarkt. Een stalletjes ernaast liggen de koeienpoten en weer verderop kijken twee ontvelde geitenhoofden ons aan. We lopen zo langzaam mogelijk om alles in ons op te nemen. Niemand valt ons lastig, iedereen lacht ons vriendelijk toe en we proeven van alles. Verschillende soorten brood, een soort sandwich met gefrituurde aubergine en gegrilde sardientjes, olijven, escargot bouillon, sapjes. Maar we blijven van de ontvelde hoofden af.

Het is alweer 2 maanden geleden dat ik zelf mijn haar voor de spiegel met een tondeuse heb staan knippen. Als mijn kuif te lang is wordt mijn tekort aan haar steeds duidelijker dus het is weer tijd om er wat aan te doen. Toch moet ik langs minimaal 10 kappers lopen voordat Suus mij heeft overtuigd dat ik naar binnen moet. Mohammed is uiteindelijk de man bij wie we naar binnen lopen. Enorm vriendelijk en lachend laat hij ons binnen. In het frans hebben we al snel lol samen en lachend probeer ik hem duidelijk te maken dat er niet al te veel af hoeft. “Tu outside photograph?”, vraagt hij in het frans engels terwijl hij naar ons en naar buiten wijst. “Denk dat hij wil dat ik een foto van buiten van jullie maak”, Suus loopt al naar buiten maar terwijl ze de foto maakt ziet ze dat hij een grap maakt. Buiten hangt een groot bord met fotos van zijn andere beroep. Een klein jongetje zit naakt met zijn benen weid met een stoere traan op zijn wang. Deze kapper gebruikt zijn scharen niet alleen voor haar maar doet ook aan besnijdenissen. Hij ligt helemaal dubbel als we het begrijpen. Ik probeer zo snel mogelijk mijn franse woorden te vinden om aan te geven dat dat bij mij niet hoeft. Samen liggen we dubbel en als ik later goed geknipt af wil rekenen wil hij eigenlijk geen geld hebben. Uiteindelijk wijst hij 20 Diram aan, en uiteindelijk druk ik het dubbele in zijn handen. Wat een ervaring weer.

Als we met ons gebrekkige Frans en onze handen en voeten overal aan het vragen zijn of ze ook Tamarinde verkopen, een ingrediënt voor hummus, komen meerdere vrouwen ons helpen. Uiteindelijk slenteren we samen met een vrouw langs verschillende stalletjes maar vinden het helaas niet. We wilden vanavond voor mijn verjaardag hummus maken voor de bevriende boten die langs kwamen. Dan maar zonder. We bedanken de vrouw, maar ze staat er op dat ze ons haar huis wilt laten zien. Wat een vriendelijkheid. Tegen de oude stadsmuur aan mogen we haar huis bekijken, de was lijkt er ontploft, overal liggen kleren. Op het dak van het woongedeelte ligt een grote golfplaat die net niet groot genoeg is waardoor als het regent de woonkamervloer in een waterballet verandert. Een grote flatscreen pronkt in het zitgedeelte en de keuken is brandschoon. Later vertelt ze ons dat ze een restaurantje heeft en nodigt ons uit daar een keer te komen eten. 

“Hi guys, we have seen your boat in Spain already”. Een Zweeds koppel staat op de steiger en we raken in gesprek. Ze blijken Yndeleau te herkennen aan het oranje masttopje en al snel staan we grappen te maken over dat wij het slechte weer meegenomen hebben. Heerlijk hoe gemoedelijk het altijd gaat tussen zeilers onderling en we nodigen ze direct uit voor mijn verjaardagsborrel vanavond. Wij duiken nog snel even op de bank om even bij te komen van alle indrukken van die dag. ‘S avonds zit de hele kuip vol met drie bevriende Nederlandse boten en de Zweedse boot. We kletsen alsof we elkaar al veel langer kennen. We bespreken de spannende aankomstkomst en er worden al snel wat sterke verhalen gedeeld. Maar ook hebben we het al snel over echte dingen, mooie gesprekken over het leven en de reis die we maken. We hadden verschillende levens maar we delen nu allemaal hetzelfde, en dat verbindt.

Aankomst op een ander continent

Warme lucht komt ons tegemoet. Het ruikt naar zand, droog warm zand. Heel iets anders dan de, ook heerlijke, maar andere lucht in het droogvallende gebied waar we in Portugal vertrokken. Daar rook het naar slik en modder. We zijn onderweg naar Marokko. 30 uur geleden hebben we Portugal verlaten en we zien op de horizon al lichten verschijnen. We hebben Rabat, de hoofdstad van Marokko in het zicht en daarmee een heel nieuw continent. “Wauw, dit is wel echt bijzonder” zegt Suus terwijl we samen strak het water afturen naar visnetten. Het Marokkaanse kustwater staat er om bekend dat er soms parallel aan de kust enorme netten worden uitgezet die net onder het wateroppervlak drijven. Officieel zouden deze verlicht moeten zijn maar dit schijnt met zulke kleine lichtjes gedaan te worden, en gecombineerd met het toch wel onrustige water verwachten we niet dat dit niet heel duidelijk te zien is. We besluiten daarom de laatste 5 uur samen wakker te zijn en Suus links, en ik rechts in het maanlicht het water af te speuren op zoek naar tekenen van visnetten. 

Na zonsondergang is het vaak pikkedonker en kan de zee om je heen beangstigend zijn. De e-reader pakken en een boek lezen voelt niet fijn, het hele zachte licht van de e-reader verblindt je dan al waardoor je bij het opkijken van je boek helemaal niks ziet. Tijdens de donkere momenten ben ik veel meer gefocust, maken “onbekende” geluiden me meer gespannen,  kiezen we er beide ook voor om minder bezig te zijn met de juiste stand van de zeilen en zijn mijn gedachten vaak minder positief. Vannacht was het zoeken naar de juiste balans van de instelling van de windvaanstuurinstallatie tijdens deze donkere periode erg frusterend. Terwijl je niet kan navigeren op het zicht blijf je turen naar het kompas. Met deze mechanische stuurinstallatie slingeren we redelijk. Zo blijven we perfect op dezelfde koers ten opzichte van de wind varen maar zo is het kompas niet de juiste raadgever voor de juiste koers. Op de tablet kan ik wel zien of we een goede koers hebben gevaren maar dat lukt pas na een tijdje. Slingert hij wel gemiddeld naar de goede richting? Zo kunnen we soms wel een uur bezig zijn met de boot in de juiste balans krijgen om haar in de juiste richting te krijgen. Als de maan aanwezig is het een totaal andere wereld. Je begint duidelijk de contouren van de zee om je heen te zien, een geluid plaats je sneller en ik kan me soms heerlijk in een e-book verliezen. Het voelt als een wereld van verschil. 

Na 3 uur lang turen over het water hebben we geen visnet gevonden maar varen we fantastisch met 7 tot 8 knopen per uur met sneltreinvaart richting de zand geur. We mogen Rabat alleen in als de swell, de golfslag, onder de 2 meter is. Jaren geleden is hier een schip gekapseisd en is er tragisch een opvarende verdronken. Sindsdien sluit de haven en mag er niet meer ingevaren worden als de golfslag te hoog is. Naast de swell waar we rekening mee moeten houden is met onze diepgang van 2.5 meter het ook belangrijk dat we twee uur voor of twee uur na hoogwater naar binnen gaan. Anders lopen we vast. Dat geeft ons twee opties deze dag, we kunnen rond 6 uur ’s ochtends of rond 7 ’s avonds binnenlopen.

Twee dagen geleden vertrokken we met een voorspelling van 1.3 meter swell voor de gehele dag. Onderweg hebben we op onze radio al met twee tankers gesproken die aangaven dat de voorspelling van de swell inmiddels is toegenomen naar 1.7 tot 2.1 meter. “Het zal er om spannen lieverd” zeg ik terwijl ik opnieuw naar binnen duik. Op basis van de informatie van de kapitein van een 290 meter groot vrachtschip horen we ook dat de wind gaat draaien waardoor de uitwijkmogelijkheid naar de volgende haven 35 mijl tegen de wind in ligt.  Dat zou een uur of 8 verder varen betekenen. “The morning option would be definitately the best choice with the lowest swell” geeft hij aan. We springen naar buiten en zetten letterlijk alle zeilen bij. Geconcentreerd proberen we alle snelheid uit Yndeleau te halen om de vroege optie te halen. Zo scheuren we nu op Rabat af.

We proberen elke 10 minuten contact op te nemen met de Bourgageg Marina om te informeren of de haven geopend is. Twee uur voordat onze ETA onze aankomst voorspelt lijkt het alsof we een boot uit de haven zien komen. “Jur, ik zie een boot uit de haven komen, yehess. Dan is de haven nog open!”, roept Suus van binnen terwijl ik op de visnet uitkijk blijf staan. “Oh, wacht. Het is de Choctaw.” Het blijken onze vrienden te zijn die wat eerder dan ons zijn vertrokken uit Portugal. “Dan is hij dus niet open? Zouden ze al op weg zijn naar de uitwijkhaven?”. We roepen ze op via de radio en krijgen een lichtelijk gefrustreerde reactie. Ze liggen al bijna 6 uur te wachten voor de haveningang, maar om 8 uur zullen we meer duidelijkheid krijgen. “We moeten wachten tot zonsopkomst, dan gaat de pilot visueel inschatten of het veilig is om naar binnen te komen”. Niks voorspelmodellen, apps of websites die vertellen hoe hoog de swell is. Ze hebben zonlicht nodig om te bepalen of het wel of niet veilig is, het gaat er echt om spannen.  We halen flink wat voorzeil weg om nu juist de snelheid er uit te halen, we zullen 3 uur moeten wachten, hopelijk wel op goed nieuws.

“Speed, speed, make speed” klinkt het met een lichte spanning uit de radio. Het is het enige wat we begrijpen van de pilot over de radio. We mogen naar binnen en intussen is ook de derde Nederlandse boot aangekomen en zo zullen we met drie boten achter de pilot boot de haveningang invaren. Voor ons vaart de Choctaw en als we dichter bij de ingang komen zie ik heftige brekers ontstaan. Met klamme handjes houd ik met witte knokkels het stuur vast. De golven van achter duwen je van links en dan weer naar rechts. Hard stuur ik bij en ik geef nog meer gas. “Speed, more speed” hoor ik nogmaals terwijl ik de Choctaw heftig heen en weer zie surfen op een aantal brekers. Ik geef nog meer gas en zie onze toerenteller naar een aantal gaan die de motor bij ons nog nooit heeft gelopen. Ik vergeet de dieptemeter of ook maar verder om me heen te kijken. Ik voel me een met Yndeleau, en op deze momenten laat ze ons niet in de steek. Ik stuur haar volledig recht door de golven en zoals we de golfen uit het niets zagen opdoemen zo is het ook opeens vlak.

Om me heen zie ik een nieuwe wereld. De zonsopkomst geeft een magische kleur aan de pier. Aan de rechterkant zie ik in gele stenen een kasteel en oude muren. Voor ons steekt een roeibootje over en zien we een soort visafslag. Alle mannen staan ons aan te zwaaien en Suus wordt al bewonderd. We zijn er gewoon, en we moeten nu voor het eerst inklaren. We zijn van de EU nu naar een ander land gevaren, dat betekent dat we “door de duane” moeten. Door de pilot worden we naar een steiger geleidt waar we worden ontvangen met zoete marokaanse thee. Stiekem drinken we met de drie Nederlandse boten er ook een berenburgje bij. Hier zal de politie en duane komen om paspoorten en de boten te checken. Van zeilers die hier een tijdje geleden aankwamen hoorde we dat er ook soms een hond de boot afsnuffeld. Bij ons gaat het enorm gemoederlijk en binnen een uurtje mogen we doorvaren naar de haven. Hier genieten we van ons “ankerbiertje”, ruimen we de boot wat op en duiken dan even op de bank. Na even lekker bijgekletst en wat gegeten te hebben besluiten we eventjes op bed te gaan liggen. Heerlijk om weer bij elkaar in bed te liggen en we zijn binnen vijf minuten vertrokken.

“Jur, het is al 6 uur.” We hebben drie uur geslapen denk ik nog als Suus me wakker maakt. Dan hoor ik de oproep voor het gebed uit de naastgelegen moskee komen en realiseren we ons dat we 16 uur geslapen hebben! Als de zon op komt blijkt het een mooie dag te worden. Rustig staan we op en hijzen de gennaker en de zeilen om ze te laten drogen. Een ontspannen sfeer heerst er in de haven als steeds meer boten hun zeilen hijzen. Er blijkt nog een Nederlandse boot aangekomen te zijn gisteravond en iedereen loopt bij elkaar langs om even te praten nog over de tocht. Genietend staan we de boot af te soppen van het zoute water. We zijn gewoon naar een ander contintent gevaren. Het voelt alsof we steeds meer echte vertrekkers worden.